What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Fioretti College Veghel
‹
Return to search
Tekstverbanden en Signaalwoorden
Hoe gemotiveerd ben ik voor deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
1 / 21
next
Slide 1:
Poll
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoe gemotiveerd ben ik voor deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 1 - Poll
Tekstverbanden
Slide 2 - Mind map
Welk tekstverband: Sporten heeft veel voordelen, bovendien wordt je er fit en sterk van.
A
voorwaarde
B
opsomming
C
volgorde
D
vergelijking
Slide 3 - Quiz
Tegenstelling
Slide 4 - Mind map
Welk tekstverband: Ik spreek veel talen, zoals Nederlands, Duits en Engels.
A
oorzaak/gevolg
B
tijd
C
samenvatting
D
voorbeeld
Slide 5 - Quiz
Conclusie
Slide 6 - Mind map
Welk tekstverband: Als het morgen mooi weer is, zal ik gaan wandelen
A
voorwaarde
B
opsomming
C
tegenstelling
D
volgorde
Slide 7 - Quiz
Oorzaak/Gevolg
Slide 8 - Mind map
Welk tekstverband zie je op de afbeelding?
Slide 9 - Open question
Opsomming
Slide 10 - Mind map
Mijn kennis over verbanden en signaalwoorden (1 = ik snap er niks van, 10 = ik weet alles)
0
10
Slide 11 - Poll
Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden neem nou, zoals, denk aan?
A
opsommend
B
voorbeeld / uitleg
C
tegenstellend
D
chronologisch
Slide 12 - Quiz
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 13 - Quiz
Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: OPSOMMING
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 14 - Quiz
Van welk tekstverband is 'want' een signaalwoord?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
redengevend
D
concluderend
Slide 15 - Quiz
Het signaalwoord "ook" hoort bij tekstverband:
A
chronologisch
B
opsomming
C
tegenstelling
Slide 16 - Quiz
Tekstverband: MIDDEL-DOEL
A
zoals
B
om
C
zo
D
omdat
Slide 17 - Quiz
Tekstverband: UITLEG OF TOELICHTING
A
zoals
B
samenvattend
C
met andere woorden
D
tenzij
Slide 18 - Quiz
Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar
Slide 19 - Quiz
Wat is een tekstverband?
A
Een pleister voor een tekst
B
Hetzelfde als een tussenkopje
C
Een signaalwoord
D
Wat zinnen met elkaar te maken hebben
Slide 20 - Quiz
Tekstverband: VERGELIJKING
A
net als
B
kortom
C
als
D
waarmee
Slide 21 - Quiz